Voorwoord

Amy Winehouse, Kurt Cobain, Johnny Cash, Vincent van Gogh of Andy Warhol; het zijn slechts enkele voorbeelden van het grote scala aan Westerse creatieve helden. Ze worden internationaal aanboden door mensen vanwege de kunst die zij maakten en de impact die het werk had. Het waren de buitenbeentjes, de anders denkenden en bovenal waren het ook geteisterde zielen. Ze hadden allemaal hun demonen om mee te worstelen; Amy worstelde met een drugs- en alcoholverslaving en had te maken met een gewelddadige vriend; Kurt worstelde al op jonge leeftijd met depressie, drugsverslaving en later met een voor hem onhandelbare beroemdheid; Vincent worstelde juist met het feit dat hij in zijn tijd niet erkend werd; Johnny worstelde met een schuldgevoel over de dood van zijn broer; Andy leed aan chorea, had daardoor last van oncontroleerbare bewegingen, werd mentaal naar beneden gehaald door zijn moeder en kampte met een gigantisch gebrek aan zelfvertrouwen als gevolg van de twee.  In hun gevecht zochten ze hun uitweg in expressie en creëerden zo kunst. Ze zetten allemaal hun lijden om in kunst

De connectie is al zo oud als kunst zelf. Prehistorische schilderingen tonen gewelddadige scenes van lijdende dieren en mensen. De Griekse filosoof Aristoteles was een van de eerste die in de vierde eeuw voor Christus al beweerde dat “Ieder wie excelleert in filosofie, in poëzie, in kunst en in politiek, op een bepaalde manier weemoedig was.” De Engelse filosoof Milton beweerde tijdens de Renaissance in zijn gedicht Il Penseroso dat melancholie essentieel was voor een goed menselijk inzicht. De Duitse filosoof Schopenhauer beweerde zo’n twee eeuwen later, in de negentiende eeuw, dat we via kunst verlost kunnen worden van ons lijden aan het leven.

De connectie is ook zichtbaar in verschillend onderzoek. Een van de grootste onderzoeken hiernaar, komt van het Zweedse Karolinska instituut. Onder leiding van Simon Kyage werden bijna 1.2 miljoen Zweden en hun familie onderzocht. Onder mensen met een creatief beroep was de kans acht procent hoger om een bipolaire stoornis te hebben dan bij mensen zonder creatief beroep. Bij schrijvers was dat getal zelfs 121 procent. Ook werd ontdekt dat familieleden van de creatievelingen meer kans hebben om te lijden aan schizofrenie, bipolaire stoornissen, anorexia en autisme.

Het is dan misschien ook niet zo gek dat negatieve emoties creatieve voordelen hebben. Dit concludeerde professor Modupe Akinola, die lesgeeft aan de Columbia Business School. De onderzochte kandidaten presteerden creatief gezien beter als zij een emoties als stress en verdriet doormaakten. De weemoedige stemming verhoogde de concentratie, verhoogde het oog voor detail en ook het geheugen hield meer informatie vast.

Franse schrijver, dichter en filmmaker Michel Houellebecq acht lijden zelfs noodzakelijk voor poëzie, zoals hij schrijft in het hoofdstuk ‘Leven, Lijden, Schrijven – Methode’ van zijn boek De Koude Revolutie. Het beschrijft Houellebecqs creatieve proces in de vorm van een handleiding voor het leven van een poëet. Het belang van het lijden staat hierin centraal. Houellebecq legt uit hoe met dit lijden om te gaan en hoe de poëet het zou moeten tunnelen.

Deze reeks interviews beschrijft hoe andere poëten hun lijden tunnelen. Twee verschillende verhalen met een overeenkomst: ze putten uit lijden om poëzie te creëren. Het is hun weg van lijden naar kunst.

 

Massi: Alles zegt alles

Sam Raaijmakers (26, geboren in Purmerend) brengt zijn poëzie in de vorm van hiphopmuziek onder de naam Massi. Deze muziek komt vanuit oprechte emoties: “Mijn muziek is heel eerlijk. Ik heb mijn verhaal te brengen.” Hij heeft het in dit interview over de kern van zijn worstelingen en hoe die hem gevormd hebben als muzikant in de hiphopscene.

Het is even na de show. Deze avond heeft Sam een akoestische set gespeeld. Een vrouw stapt op hem af. Ze is in ‘loss of words’ en zegt tegen hem: “Pfoe, dat nummer Alles, dat heeft me zo geraakt.” Sam weet niet zo goed wat hij moet zeggen en antwoordt: “Ja, super lief, dankjewel.” Hij loopt naar de auto om de instrumenten in te laden. Niets vermoedend versleept hij het materiaal, wanneer er iemand aan komt fietsen. Het is de vrouw. “Sorry, mag ik even met jullie praten.” Ja tuurlijk, antwoordt Sam. “Het is misschien een rare en directe vraag, maar schrijf je weleens over zelfdoding?” “Nee eigenlijk niet. Wat dan?”, antwoordt Sam, niet wetende welke kant het op gaat. “Ja, mijn zoon heeft… een paar jaar geleden een einde aan zijn leven gemaakt.” Sam schrikt. De vrouw vervolgt haar verhaal. Ze vertelt wie haar zoon was. Hij voelde zich niet begrepen, was goed voor andere mensen, was creatief, maakte muziek en hielp graag mensen, maar er was geen hulp voor hem. Niemand wist dat hij zich zo voelde. “Misschien als dat anders was geweest, was die jongen misschien wel een groot muzikant geworden”, voegt Sam toe. Het verhaal van de vrouw raakt hem. Niet alleen vanwege de heftigheid ervan, ook omdat hij zichzelf er in herkent: “Ik ben gelukkig nooit zo ver geweest dat ik zelfmoord als enige uitweg zag. Ik heb ook mijn periodes gehad dat ik me niet begrepen voelde. Ik had gelukkig mijn muziek.”

Tekst als een dagboek

Dat nummer, Alles, is een van Massi’s diepzinnigste nummers tot nu toe. Het is een goede track om te starten als je hem wilt leren kennen. Het is deze verse waar hij een schuldbetuiging doet aan zijn ouders:

Zelfs al was het anders geweest, dan was het nu niet anders geweest. Ik wist allang wat ik deed, al was het onbewust misschien. Maar geloof me: ik wou jullie nooit ongelukkig zien. Jullie waren elk moment van de dag ongerust. Ondertussen vluchtte ik. Ik wist niet hoe ik mijn hart moest luchten, dus bracht ik nachten door in de bushokken. Vaak in mijn eentje, omdat ik dacht dat ik niet meer terug kon. Ik zei vaak tegen de ouders van mijn vrienden dat ik mocht blijven slapen. Soms moest ik bellen, maar dan deed ik alsof ik tegen jou praatte, mama. Als dat niet lukte was ik toch liever op straat, mama. Misschien doet het nog steeds pijn om te horen, maar ik voelde me niet thuis. Ik heb de flat nooit echt als mijn huis gezien. Ik was liever in Zuid, want daar zaten al mijn vrienden, maar het spijt me van alle slapeloze nachten. Van alle dagen dat ik weg was en je de politie inschakelde om me terug te halen. Het spijt me. Het spijt me van alle tranen, maar nu probeer ik jullie trots te maken.

 

Open in Spotify

Waarom hebben je ouders tranen gelaten om jou?

“Ik snapte er gewoon niet zoveel van. Ik was super depressief en voelde me super slecht. Ik had natuurlijk geen tools om daar mee om te gaan. Wat wist ik nou: ik was veertien. Ik ben op een gegeven moment lotgenoten gaan zoeken. Ik kwam op school een jongen tegen, die nog steeds een goede vriend van mij is, en daar ben ik mee op straat gaan hangen, ben ik mee gaan blowen, ben ik mee gaan drinken, ben ik bullshit mee gaan doen, ben ik school mee gaan skippen. Ik ben ook nachten lang niet thuisgekomen. Ik heb gewoon super veel shit gedaan. Mijn ouders waren non-stop bezorgd over mij.

Die depressie kwam door het feit dat ik me niet begrepen voelde. Je wordt in de Westerse samenleving heel erg in een mal gegoten. Je wordt met zijn dertigen in een klaslokaal gezet, met de verplichting: dit ga je leren, dit is wat je moet weten, dit zijn de handvatten om je leven mee op te starten en vervolgens moet je op je zestiende weten wat je wilt worden later. Ik voelde dat gewoon niet. Ik denk dat ik mij altijd anders heb gevoeld.

Daar kwam bij dat ik uit een blank gezin kwam. Dan ga je de wereld in en kom je achter dat je anders bent. Ik denk dat het heel erg fout is aan onze wereld dat ‘anders’ als verkeerd wordt gezien. Als kind wil je gewoon hetzelfde zijn als de anderen, anders wordt je gepest. Niet dat ik gepest werd, maar als kind is dat een heel raar iets. Je wilt gewoon normaal zijn. Niemand wil raar zijn toch?

Ik denk dat anders zijn uiteindelijk alleen maar een goed ding is. Ik bedoel als je kijkt naar de grootste artiesten ever lived, dan waren dat sowieso buitenbeentjes vroeger. Kijk naar een David Bowie, een Micheal Jackson, naar een Prince, naar een Amy Whinehouse, naar een Eminem, whatever. Dat zijn allemaal mensen die niet deden wat er van ze verwacht werd.”

Een verse later richt hij zich tot zijn stiefvader:

En dat geldt ook voor jou pa, ook al noem ik je nooit zo, je bent meer dan een vader voor me. Weinig mensen in de wereld met zo een hart als dat van jou. Je nam me onder je hoede en vergaf me al mijn fouten. Niemand had het je kwalijk genomen als je was weggelopen, maar je bleef. Shit, je bent er nog steeds en ik geef om je en dat weet je. Jij bent het grote voorbeeld in mijn leven. Als ik zeg dat ik lastig was, is dat een understatement. Hoe vaak we met elkaar in de knoop lagen, maar toch was ik je zoon nog steeds en dat zal ook niet veranderen. Nee, bloed is het enige dat ontbreekt, maar misschien maakt dat het nog echter. En alle tegenslagen along the way maakte onze band nog hechter. Ik heb het jullie allemaal lastig gemaakt. Ik wilde zeggen dat ik spijt had, maar ik schaamde me. 

Jouw vader is niet verbonden door bloed. Hij is dus niet jouw biologische vader. Kun je iets vertellen over deze situatie?

“Mijn moeder heeft mijn broers gekregen en toen is ze uit elkaar gegaan met die man. Toen heeft ze met een andere man mij gekregen. Hij is op mijn tweede levensjaar weggegaan. Vervolgens is mijn moeder weer teruggekomen bij de vader van mijn broers en heeft hij mij opgevoed. Ik wist als kleine jongen gewoon niet zo goed wie ik was en wie ik wou zijn. Het is allemaal moeilijk geweest.”

Wat voor vader is hij voor je?

“Iemand die er altijd was en nog steeds is. Als ik hem bel, is ‘ie daar. Hij heeft mij altijd in alles gesteund. Wat ik ook zei: ‘Hoe vaak we ook met elkaar in de knoop lagen, toch was ik je zoon nog steeds.’ We hebben zoveel gevochten vroeger. Ik had super veel problemen omdat ik erg in mezelf gekeerd was en niet die erkenning van de buitenwereld kreeg. Hij was er voor mij, hij hield van mij, hij is nooit boos geworden omdat ik verkeerde shit deed. I was just acting out, snap je? Hij zag dat ik mezelf kwijt was en niet zo goed wist wie ik was en dat ik me daarom zo gedroeg.

Ik denk dat hij mij heel erg gevormd heeft. Mensen vragen dan weleens: mis je je vader dan niet? Dan zeg ik: nee, want ik heb altijd een vader gehad, ook al was dat niet mijn biologische vader. Ik kan me dat wel voorstellen als je zonder vader opgroeit, dat dat heel lastig is en dat je echt iets mist. Er was altijd een man die voor mij zorgde en me gaf wat ik nodig had.

Hij was mij niks verplicht. Ik was niet zijn zoon. Daarom rap ik ook: ‘Niemand had het je kwalijk genomen als je was weggelopen, maar je bleef.’ Mijn moeder kwam met een zoontje dat ze van iemand anders had gehad weer terug bij hem en hij heeft voor mij gezorgd alsof ik zijn zoon was. Dat vind ik iets heel moois, aangezien zoveel ouders niet eens voor hun eigen kinderen kunnen zorgen. Dat is mijn vader man. Dat is gewoon een fucking held.”

Van lijden naar kunst

Dan heb je die zware emoties; de stress en de zoektocht naar jezelf. Hoe ben je gaan schrijven?

“Ik was uit huis geplaatst op mijn veertiende vanwege mijn gedrag. Bijna twee jaar heb ik in een internaat gezeten. Daar moest je een paar activiteiten doen per week. Ik deed aan basketbal en ik ging naar de muziekkelder. Vrienden van mij die rapten daar al. Twee uurtjes per week mocht je daar zijn. Daar kwam ik in contact met mensen die dat deden en die die muziek maakten. Daar ben ik begonnen met schrijven. Ik had daar niks te doen. Ik zat daar op mijn kamer en had geen tv, geen Playstation of whatever. Je kon niet altijd naar buiten. Ik zat dus hele dagen op mijn kamer te schrijven en muziek te luisteren. Zo is dat begonnen man. Het is gewoon een verslaving geworden.”

Hoe begin jij aan een nummer?

“Ik denk dat je de beste nummers schrijft als je afstand hebt genomen van de situatie. Als je midden in iets zit, kan je heel erg vanuit emotie schrijven en dat kan ook heel tof zijn. Ik denk dat als je over een bepaalde situatie heen bent en je kan er met een over view naar kijken, dat je er dan de mooiste muziek over kan maken.

‘Alles’ is daar een voorbeeld van. Dat ging heel organisch. Ik denk dat dat gewoon zo lang in me zat en ik het al zo lang wilde vertellen. Ik had het er wel over gehad, maar het voelde alsof dat het moment was waarop ik had: ja, nu moet ik het er uit gooien. Het is niet eens dat ik daar specifiek over na heb gedacht. Het gebeurde gewoon. Ik woonde destijds al in Tilburg, op de Korvel. We hadden in het studentenhuis waar ik woonde een klein studiootje gebouwd en mijn producer Tycho Poort en ik hadden afgesproken daar wat dagen muziek te maken. Ik weet nog dat we die bewuste avond naar de docu Amy gingen in een filmhuis ergens. We hadden nog twee uurtjes te killen en we besloten: oke, laten we gewoon nog iets maken. Tycho begon die synthlijnen in te spelen en ik begon meteen te schrijven. Ik denk dat de track zoals ‘ie uiteindelijk op Praktisch Volwassen staat, in twee uurtjes gemaakt is; van het eerste akkoord dat werd neergelegd, tot de laatste opname. Het kwam zo natuurlijk.”

Waarom roepen juist lastige onderwerpen zoals op ‘Alles’ op om muziek te gaan maken?

“Ik weet niet of dat per se zo is. Ik vind het ook fijn om positieve muziek te maken. Ik denk dat het dan echt vanuit een need komt. Hiphop komt daar ook vandaan. Mensen hadden niks. Mensen hadden geen stem en hadden geen tools om uit de plek te komen waar ze zaten. Ik denk dat dat de essentie is van hiphop: het moet vanuit een vorm van moeten komen. Als je veel te vertellen hebt, als je slechte dingen hebt meegemaakt, als je niet lekker in je vel zit, dan komt het echt ergens vandaan, dan moet het er gewoon uit. Je moet iets kwijt.

Als je vrolijk bent, dan moet het niet. Dan is het eerder: aight, chill, dit wil ik vertellen en dit wil ik doen. Als het vanuit die negatieve plek is, wordt het gewoon moeten. Het is therapie. Ik heb zoveel geschreven, zoveel nummers gemaakt die ik nooit ga uitbrengen. Het moest gewoon weg, het moest een plekje hebben.

Ik denk dat dat ook de reden is dat veel creatievelingen vaak troubled souls zijn. Die mensen moeten creëren, die moeten de wereld maken zoals zij hem zouden willen zien. Daar tegenover staat de persoon die dat nodig heeft om te zien dat hij niet alleen is. Als alles goed zou zijn, waarom zou je dan willen creëren.”

Zou je creatief op jouw huidige niveau zijn als je een doorsnee jeugd zou hebben gehad?

“Nee. Dan zat er niet het ‘moeten’ achter. Een ‘Alles’ had ik dan nooit kunnen schrijven. Dat is voor mij nog steeds een van de belangrijkste tracks. Dat is bijna altijd de track waarvan ik hoor na de set. Het zegt misschien ook dat mensen meer eerlijkheid willen. Ik ben een fucking mens. De ene keer ben ik vrolijk, de andere keer ben ik boos en de andere keer ben ik verdrietig en voel ik me kut. Dat moet allemaal gezegd kunnen worden. Ik denk dat die balans daartussen heel belangrijk is.”

 

Jesse Laport: Angstige poëzie

Jesse Laport (27) is stadsdichter van zijn woonplaats Arnhem en dichter van de provincie waar die stad gelegen is: Gelderland. Met zijn poëzie probeert hij een soort ‘portaal te maken tussen de oude poëzie en de nieuwe poëzie’: “Ik snap niet waarom mijn boodschap onbegrijpelijk zou moeten zijn als ik het ook begrijpelijk zou kunnen zeggen in diezelfde kunstvorm.” De weg naar deze kunstvorm is zoals hij zelf zou omschrijven als die van de pacifische zalm. Voor haar doel moet de vis een levensgevaarlijke zware tocht afleggen. Net als voor de vis, draait het voor Jesse om het doel. Zijn doel: de erkenning.

“Mag ik uw applaus voor Jesse Laport!” Een applaus volgt, waarna de poëet het podium op komt gelopen. Het geklik van zijn puntschoenen snijdt door de stilte. De man heeft de haren naar achter in een Bono-coupe en draagt een net pak. Hij ontvouwt een pakketje a-4-tjes en begint voor te lezen:

Dit is waar je staat

Draai met je kont in deze
muffe ruimte en zie toe
hoe de mensen om je heen
van de ene in de andere
extase lijken te vallen

het zweet valt van je klamme handen
en niets liever dan verdwijnen zou je
maar dit is waar je staat

de volgende morgen zul je
met schaamte terugdenken aan
hoe je de één na de ander in je keelgat smeet
om niet ‘die ene’ te zijn

maar dat was waar je stond

adem niet diep in
maar zet je voeten naast elkaar
en bedenk dat je dit al vaker deed

onderzoek het licht van die lelijke lamp
die eerder leek te bewegen
stop een hand veilig in je zak

in alle gevallen zul je in een bed belanden
ook al misschien niet dat van jou

dat lichaam is wel meer gewend

en dit is waar je staat

 

Dan volgt de afsluiter van zijn optreden. Zijn middelvinger gaat de lucht in:

Ik zeg: fuck de kroeg met alleen Berlijnse bieren

Fuck de midlifecrisis van middelbare scholieren

Fuck de kledingwinkels met fietsen aan de muren

Fuck de mannen met yogamatten op hun bagagedrager

 

Maar fuck bovenal de mensen

die zeggen dat je er beter aan zou doen te zwijgen

Want spreken is zilver

Schrijven is goud

en zwijgen is dom

 

Hij draagt zijn poëzie voor met een gezicht dat zekerheid uitstraalt. Hij spreekt veel in het openbaar en dat is te zien. Hij lijkt op een sociaal wonder, met zijn tweehonderd klanten en tweeduizend digitale vrienden. Het is slechts het gezicht. Het is een beeld waarmee hij wilde breken. Om dat te bereiken, gooide hij de kwellingen die in zijn lijf plaatvinden openbaar op social media, beschreven in meer dan vijftienhonderd woorden en die zijn voor iedereen te lezen. Waarom? “Als je zoveel Facebookvrienden en opdrachtgevers hebt, is het allemaal leuk dat die een bepaald beeld van je hebben, maar ik heb heel veel last van paniek, heel veel last van tics, heel veel last van kortademigheid, heel veel last van angst, ik durf vaak niet met de trein; er zijn allerlei dingen die mij belemmeren ondanks het beeld dat mensen van mij hebben. Dat beeld is dat ik vrolijk op het podium sta, door heel het land optreed en een heel gezellige semi-arrogante zelfverzekerde jongen ben. Het is handig dat het beeld wat mensen van mij hebben een beetje een eerlijk beeld is.”

 

Het lijden

Op weg naar het Arnhemse café Dudok, waar dit interview plaatsvond, begon voor Jesse de spanning. Het zijn de tics in zijn gezicht en de steken in zijn borst die hem plagen. “Ik vind het kut dat ik hier niet ontspannen kan zitten. Nu is het een beetje hopen dat ik niet toegeef aan de alarmsignalen.” Als hij daar aan toegeeft, zou dat kunnen resulteren in een paniekaanval, waarbij de kortademigheid overgaat in hyperventilatie. Hij kreeg hier tien jaar geleden voor het eerst mee te maken: zijn eerste angstaanval. Jesse was net zeventien, het einde van het schooljaar naderde en voor Jesse was het te veel geworden.

Hoe ontstond deze angstaanval?

“Ik deed bijna alles. Letterlijk. Ik ging naar elk feestje. Ik was gewenst. Ik deed theater, muziek, dans, freerunnen, breakdancen. Ik ging met iedereen om, zei overal ja op en was altijd leuke dingen aan het doen. Auditie voor een acteursopleiding en auditie voor de opleiding tot docent theater. Ook nog werken, want er moest ook nog geld zijn om dit te bekostigen. Ik heb van mijn vijftiende tot mijn vierentwintigste niet stil gestaan.

Ik was op. De meest accurate beschrijving die ik toen kon geven was dat ik me voelde alsof ik met claustrofobie  in een dwangbuis zat. Compleet radeloos, maar daar niet uit kunnen komen. Daardoor raakte ik zo extreem in paniek en had ik zoveel onverklaarbare pijnen. Ik was gewoon bang om wakker te worden. Elke ochtend was ik misselijk van de angst. De hele dag was een gevecht. Ik kampte met grote paniekaanvallen van soms wel vier uur lang. Dat is ondragelijk. Ik heb ook op momenten gezegd: ‘Als het zo blijft, hoeft het van mij niet meer. Dit is geen leven.’ Ik snap nog steeds niet waarom ik dit doe en trek. Toch doe ik dat wel.

Mijn ouders hebben mij wel heel erg geholpen toen. Ze zeiden: ‘Schrijf eens op wat je leuk vindt om te doen en wat je niet leuk vindt om te doen. Maak eens een schema met wat je wilt en niet doet en wat je wel doet en niet wilt. Op een gegeven moment kon ik in een tabel aflezen dat het wel weer goed kwam. Ik maakte lijstjes met mijn beste vrienden en een lijstje met prioriteiten. Zo kwam ik er achter dat ik omging met mensen waarmee ik niet mee om wilde gaan. Daar had ik pen en papier voor nodig.”

Naast angst, kampt Jesse ook met depressie. De combinatie van de twee is er een die moeilijk te verslaan is. In een poging om de strijd aan te gaan, drinkt hij, zoals hij beschrijft in dit citaat uit zijn gedicht Ik Heb te Veel op Mijn Lever:

Ik heb teveel op mijn lever

Teveel op volgens mijn lever

Dus niet veel op met mijn lever

Maar, ik zuip onverweten mijn lever versleten

om jullie gedrag te vergeten

Want ik zie overal problemen

komen met velen

(…)

Ik heb van alles op mijn lever

van alles op volgens mijn lever

Dus niet veel op met mijn lever

Maar zolang er mensen die niet denken leven

blijf ik aan die flessen kleven

heb voor het gemak mijn commentaar maar opgeschreven

want kan wellicht gaan overgeven

(…)

Maar ik drink ook om mijn angst om niet te spreken

en om de angst om niet te zijn

de angst om niets te maken

en om de angst dat ik verdwijn

Het is het allemaal niets zeggen – of juist veel te luid Het is steeds de schuld verleggen; het is de dikte van je huid 

Het is niet pompen maar verzuipen

Het is het stikken in gezucht

Het is het daarom maar gaan drinken

Het is voor altijd op de vlucht

 

Toch is dat niet de oplossing, zo concludeer jij zelf ook. Waarom niet?

“Alcohol is een heel goed medicijn tegen heel veel dingen, maar werkt ontzettend averechts. Het is een boemerangeffect. Ik was me er eerst niet bewust van dat het harder terugkwam. Ik denk dat alcohol mijn angststoornis heel erg heeft verergerd. Alcohol werkt heel erg verdovend op heel veel fronten: voor je lichaam en voor je geest. Als je het heel vaak doet, ervaar je ook heel lang niet de nadelige effecten daarvan, behalve de katers. Ik kwam er op een dag achter dat het nadelige effect groter werd dan het voordelige effect. Dan kun je meer gaan drinken. Dat werkt dan even, maar dan gebeurt het vervolgens weer. Wat kut is, is dat je op nuchtere momenten veel meer op je qui vive bent. Je bent je veel meer bewust van wat er kut gaat in je lijf, je bent veel gespannener en dat is juist wat je heel de tijd probeerde te vermijden met alcohol.

Je brein gaat vragen naar alcohol. Wat een bijkomend feitje is, is dat je brein zich gaat klaarmaken door in contrast te gaan met wat de alcohol met je doet. Dus als je heel veel vocht in je lijf hebt, gaat je lijf zich alvast uitdrogen. Als je hartslag normaal omhoog gaat door de alcohol, gaat je lijf je hartslag alvast omhoog brengen. Daardoor wordt je nog banger. Als je dus om zes uur begint met drinken, krijg je om vijf uur al hardkloppingen, zodat je brein kan levellen. Alles wat je onderdrukte, gaat jouw lijf doen om alcohol toegediend te krijgen.”

Nu je hier zit, heb je een muntthee besteld. Kunnen we nu stellen dat je niet meer naar de alcohol grijpt?

“Ik denk dat je dat helaas nooit kunt stellen. Ik denk dat ik op heel veel momenten, bijvoorbeeld bij optredens, heel graag wil drinken, om symptomen te bestrijden. Als ik moet optreden is er gratis alcohol. Het is net alsof je naast je medicijnlade staat: je hebt hoofdpijn, dus pak je paracetamol. Het is heel moeilijk om die gewoonte af te leren. Ik heb er jaren over gedaan om die er in te slijten en het kost ook heel veel moeite om die er uit te slijten. Ik heb nu in anderhalve maand twee keer gedronken, maar dat is ook retemoeilijk, zeker in de cultuur waarin ik zit. Mijn kleedkamer is bier. Overal waar ik kom is drank en overal waar ik kom ligt angst op de loer. Die combinatie is echt super evil.”

Alcohol werkt dus niet. Wat doe je allemaal om de kwellingen te bestrijden?

“Ik grijp alles aan. Ik heb vier jaar antidepressiva gebruikt, maar toen heb ik ook heel veel gedronken. Ik gebruik oxazepam, gemiddeld een zo’n pil per dag. Ik mediteer, sport elke dag en eet heel gezond. Ik heb ook diazepam geslikt, heel af en toe, dat krijg je ook niet zomaar. Dat werkt als een tiet. Dan kan ik gewoon tien uur slapen, wat fantastisch is, want als je slaapt heb je nergens last van. Sporten werkt in principe ook, maar dat is omdat je dan een fysieke externe prikkel hebt, die heel groot is. Ik heb ook twee jaar bij een haptonoom gelopen. Dat is heel prettig, maar loste geen zak op. Ik heb heel veel therapeuten versleten. Het zijn allemaal dingen die te weinig werken. Er is gewoon geen helder werkend medicijn. Al die medicijnen werken als symptoombestrijding.”

Is het je allemaal waard?

“Er zijn momenten dat ik denk: dat is allemaal niet zo, maar aan de andere kant is er dat moment van extase en van rust op het podium. In dat moment is het allemaal heel erg leuk. Het is een van de weinige dingen waarvan ik weet dat ik het ook kan. Op een podium staan kan ik. Op het moment zelf weet ik het ook niet, want anders zou ik er niet gespannen over zijn. Ik ben altijd bang dat ik teleur zal stellen. Ik heb dat extatische gevoel nog nooit ergens anders uit gehaald. Er is ook de zucht naar erkenning, een zucht naar exceptioneel zijn en dat mensen dat zien. Ik denk dat ik gevonden heb waar ik dat kan opdoen.

Zonder te communiceren met een ander kan ik op een podium staan. Ik heb een vorm gevonden waar het hele product van mij is. De eer gaat niet deels naar iemand anders. Jij hebt dit helemaal zelf gemaakt. De taal en ook de voordracht. Dat ik daarin lof mag ontvangen, is heel vet. Dat het ook lukt, is heel bijzonder.”

 

Het tunnelen

Tussen het lijden en de voordracht van de poëzie die daaruit voortkomt, moet er poëzie geschreven worden. De eerste keer dat Jesse poëzie schreef, was toen hij dertien was.

Waarom ben je gaan schrijven?

“Ik was toen veel aan het tekenen en ik dacht toen nog dat ik grafisch ontwerper ging worden. Ik vond het leuk om te creëren met pen en papier. Later bedacht ik dat ik dat niet wilde doen, omdat grafisch ontwerpers met computers werken en ik daar niet van hield. Tijdens dat tekenen was ik met een vriend veel in de bieb en op onze kamers, waar we veel muziek luisterden. Toen ontdekte ik een band genaamd Beu en die hadden hele vette zinnen. Het was een soort Spinvis, maar dan vetter en toegankelijker. Het was niet van die rare onbegrijpelijke shit, maar fijne, ritmische en lekkere zinnen. Ik had nog nooit zoiets gehoord. Toen ben ik die zinnen af en toe over gaan schrijven. In diezelfde tijd begon mijn liefde voor theater te ontwikkelen. Rond die periode is er iets geweest, ik weet niet hoe het kwam, maar dat ik dacht: dit kan ik ook. Vanaf toen kon ik niet meer stoppen met schrijven. Toen ben ik binnen minuutjes hele pagina’s vol met allerlei onzin gaan kalken. Als ik het teruglees zitten er echt wel wat pareltjes tussen, maar ook complete schijt. Alsof ik toch niet helemaal begreep wat Spinvis aan het doen was. Hij had nog wel metaforen, maar ik had het over cavia’s in schoenen en het eten van gras, zonder dat dat ergens voor stond. Alles wat ik me kon bedenken, kwam op dat papier. Langzaam maar zeker kwam daar wel een boodschap in en toen merkte ik eigenlijk hoe ik alles wat ik dacht een beetje kon kanaliseren. Ik merkte dat ik met woorden alles wat er in dat brein zat letterlijk op papier kon zetten. Het brein is hartstikke onlogisch. Dat wordt wel steeds gestructureerder met de jaren, maar toen was alles nog redelijk abstract.”

Hoe ziet jouw schrijfproces eruit?

“Ik schrijf alles uit op papier. Daar kan ik schetsen, daar kan ik dingen doorstrepen en daar kan ik propjes maken. Ik heb nog nooit een tekst geschreven vanuit de computer.”

Heb jij negatieve emoties nodig om te schrijven?

“Ja. Negatief zou ik ze ook niet noemen. Ik ben wel productiever als ik gefrustreerd ben. Er zit veel meer vibe in dan. Als ik gelukkig ben, wat zelden zo is, dan heb ik ook minder zin om iets te creëren. Dan krijg je ook teksten die minder mensen aanspreken.

Dit is wel een interessant bruggetje. Op social media doen we allemaal heel graag alsof het heel goed met ons gaat, maar in de kunst willen we liever dingen zien of horen waarin het slecht gaat. Dat is natuurlijk best gek. We luisteren veel liever naar Tom Waits die donkere en grauwe dingen zingt, dan naar Frans Bauer, waarin het allemaal goed gaat. Een film heeft altijd een dramatisch punt nodig waarop het misgaat. Je hebt altijd conflict nodig. Het is opmerkelijk dat we geen conflict van elkaar willen zien in het echte leven, maar we willen wel conflict in de kunst terugzien. We kunnen ook veel beter de mens bereiken als we dat conflict blootleggen. Er is ook altijd en overal conflict. Ik denk dat je daardoor ook beter kunt creëren. Als er geen conflict is, is er ook zo weinig te beschrijven.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *